ADEMHALING - een weg naar ontspanning en aanwezigheid

Gepubliceerd op 10 juni 2025 om 17:15

Hier volgt weer een boekbespreking. Dit keer over de correcte manier van ademhaling. De schrijfster heeft het over de invloed van de ademhaling op ziekte. Ze geeft in dit boek een goed begrip van een onbelemmerde adem. En bespreekt verschillende ziektes en hun invloed op de ademhaling. Na elke hoofdstuk biedt ze een verscheidenheid van oefeningen aan.

Wat ik zo mooi vind aan het boek, is haar beknopte en heldere manier van beschrijven, waardoor het heel goed te begrijpen is en toepasbaar wordt. De oefeningen bouwen zich langzaam op van de ademhaling leren voelen vanuit een liggende houding, daarna zittend en staand. Vervolgens de ademhaling leren ervaren vanuit beweging. En tenslotte in samenhang met zingen en spreken.

 

1) Fysiologie van de ademhaling

Borst en buikholte zijn van elkaar gescheiden door het middenrif, de grootste spier in ons lichaam. In uitademingstoestand vormt het een soort koepel, die tot in de borstholte reikt. Bij de inademing daalt het middenrif en zet de borstkast uit. Als het middenrif daalt, oefent het druk uit op de buikholte, waardoor buik, flanken en onderrug uitzetten. Bij de uitademing komt het middenrif weer terug in zijn uitgangspositie, zodat de ingeademde lucht weer uit de longen wordt geperst.

In de longen vindt de uitwisseling plaats van zuurstof, die uit de ingeademde lucht wordt opgenomen in het bloed, en koolzuur en water, die door de longen weer uitgeademd worden. In ons lichaam vindt namelijk verbranding plaats van voedsel, waardoor wij van warmte en energie worden voorzien. Voor deze verbranding is zuurstof (O2) nodig, net als bij een gewoon vuur, en deze wordt door het bloed aangeleverd. Koolzuur (CO2) en water (H2O), die na de verbranding overblijven, worden door het bloed weer mee terug genomen en aan de longen afgegeven.

Adem altijd door de neus. De lucht wordt dan voorverwarmd en gezuiverd door de haartjes in de neus.

 

2) Hyperventilatie

Ventilatie = wisseling van lucht in de longen

Hyper = te veel

Er wordt hier geademd in verhouding tot de behoefte van het lichaam, maar heel oppervlakkig en ondiep. Alleen de grotere luchtwegen worden ‘geventileerd’. Het middenrif blijft in de uitademingsstand. De tempo van het ademhalen is hoog: 30 à 40 keer per minuut. Ondanks de snelle ademhaling ontstaat er een tekort aan zuurstof in het lichaam, met als gevolg benauwdheid of flauwvallen. Dit ontstaat door spanning in het lichaam, angst en/of strakke kleding. Bij goede oefening, waarbij geleerd wordt de buik moeiteloos los te laten bij de inademing, verdwijnt hyperventilatie.

 

3) Astma

Bij astma hebben we te maken met een krampachtige vernauwing van de luchtwegen, die berust op een overgevoeligheid van de bronchiën en bronchioli, de kleinere vertakkingen van de luchtwegen. Deze gevoeligheid kan het gevolg zijn van een allergie voor bepaalde stoffen (stuifmeel, huisstof, schimmels), infecties van de luchtwegen die niet voldoende genezen zijn en met psychische spanningen.

Door de overgevoeligheid van de slijmvliezen van de bronchiën ontstaat er kramp van de luchtwegen, zwelling van de slijmvliezen en vorming van taai slijm, waardoor de luchtwegen extra vernauwd worden.

Ademtechnisch: bij de uitademing in normale toestand zijn de luchtwegen nauwer dan bij de inademing. De uitademing versterkt het benauwdheidsgevoel en de patiënt probeert opnieuw in te ademen nog vóór hij goed heeft uitgeademd. Door de patiënt de diepe middenrif-ademhaling te leren, leert hij rustig en volledig uit te ademen. De ademtherapie werkt nog intensiever wanneer zij gecombineerd wordt met ontspanningsoefeningen.

 

4) Longemfyseem

Longemfyseem is een ziekte (cara) die we meestal bij oudere patiënten aantreffen. Het longweefsel is ten dele beschadigd en ten dele zelfs verdwenen en dit betekent onherstelbaar verlies, maar wat nog intact is van het longweefsel kan door ademtherapie beter gebruikt worden. We noemden hyperventilatie de ziekte waarbij te veel wordt uitgeademd en te weinig ingeademd. Bij longemfyseem hebben we met precies het tegenovergestelde te maken: er wordt teveel ingeademd en te weinig uitgeademd. De patiënt wil meer lucht hebben, maar vergeet uit te ademen. De gevolgen laten zich raden: de borstkast is voortdurend in ademstand, de borstspieren verstijven en de borstkast verstart in een tonronde stand.

De patiënt moet geleerd worden uit te ademen, tot werkelijk alle voorradige lucht verbruikt is en daarna komt de nieuwe inademing vanzelf.

 

5) Ziektes van hart en bloedvaten

Er is een nauwe samenhang tussen ademhaling en bloedsomloop. De grote bloedsomloop gaat door het gehele lichaam, de levensslagader, de aorta, ontspringt aan het hart en vertakt zich in steeds kleinere  bloedvaten – de kleinste zijn de haarvaten – die zuurstof en voedsel naar alle weefsels brengen.

In de weefsels vindt de verbranding plaats, waarbij warmte en energie vrijkomen. Er blijven ook afvalstoffen over, die weer door het bloed worden meegenomen om uit het lichaam verwijderd te worden.

In het hart begint ook de kleine bloedsomloop, die alleen naar de longen en dan weer terug naar het hart gaat. Deze bloedsomloop vervoert de koolzuur en waterdamp naar de longen, waar zij uitgeademd worden.

Het hart rust op het middenrif en is daar zo mee verbonden, dat het iedere beweging van het middenrif ondergaat. Bij een goede ademhaling wordt het hart groter bij de inademing (trekkracht middenrif) en kleiner bij de uitademing. Dit komt niet alleen de elasticiteit van het hart ten goede maar ook het slagvolume. Het hart kan dan meer bloed bevatten en er stroomt dus ook meer bloed naar de longen om opnieuw zuurstof op te nemen.

Alle organen werken beter bij een goede zuurstof voorziening dan bij een matige of slechte.

 

6) Hoge bloeddruk

Bij het meten van de bloeddruk wordt een bovendruk en een onderdruk vastgesteld.

De bovendruk is de druk in de bloedvaten wanneer het hart zich samentrekt en het bloed daardoor vanuit het hart in de bloedvaten gepompt wordt. De onderdruk is de druk in de bloedvaten wanneer het hart zich weer ontspant. Voor een gunstige bloeddruk is de elasticiteit van de bloedvaten van essentieel belang.

Bij een tekort aan zuurstof zal bijvoorbeeld de nieren een stof vormen, die de bloeddruk weer omhoog brengt.

Ook kan hypertensie zorgen voor een verminderde zuurstofvoorziening in de kleinste en allerkleinste bloedvaten. Door een verbeterde zuurstofvoorziening wordt deze verkramping weer opgeheven.

Zowel een goede ademhaling als ontspanning zijn belangrijk voor een goed functioneren.

 

7) Ademhaling in relatie tot verschillende buikorganen en kanker

Een lichaam functioneert beter door enerzijds voldoende zuurstof en anderzijds goede voeding.

Bij maag en darmen is de invloed van de adem heel duidelijk. Door de beweging van het middenrif wordt de inhoud van maag en darmen voortbewogen en ‘gemasseerd’.

Lever en galblaas: ook hier heeft zowel de beweging van het middenrif als een eventuele zuurstof tekort zijn uitwerking. De lever is als een spons, die door de middenrif-beweging wordt uitgeknepen, waardoor de werking wordt gestimuleerd.

Idem voor de milt.

Kanker. Een kankergezwel is een wildgroei aan cellen, waardoor gezond weefsel vernietigd of weggedrukt wordt, terwijl de kankercellen een onbeperkte groei vertonen.

Bij een normale ademstofwisseling van de cel in de weefsels wordt zuurstof opgenomen voor de verbranding van voedingsstoffen, en koolzuur en waterdamp als afvalprodukten afgegeven aan het bloed en verwijderd door de longen.

Bij een tumorcel is de verbranding onvolledig. Er ontstaat melkzuur in plaats van koolzuur en we spreken van een gistingsstofwisseling.

Volgens bepaalde onderzoekingen zou een tekort aan zuurstof het ademvermogen van de gezonde cel kunnen aantasten. Omgekeerd zou een ruime toevoer van zuurstof de groei der tumorcellen kunnen afremmen.

Naast de al eerder genoemde gezonde voeding kan een goede ademhaling een belangrijke natuurlijke factor vormen in de strijd tegen kanker.

 

8) Adem en stemgebruik

Juist bij zingen en spreken wordt een goede ademhaling volledig benut. Daarnaast spelen de spieren van de keel en rondom de mondholte een belangrijke rol, evenals de lichaamshouding.

Buig het hoofd iets naar achteren en zeg een zin hardop. Voel de spanning op de keel en hoor de geknepenheid van de eigen stem. Zeg nu hetzelfde met een langgerekte nek en de kruin als hoogste punt van het hoofd en merk het verschil: de stem klinkt anders, de keel is ontspannen.

Voor zingen is het nodig het middenrif te trainen om de ingeademde lucht heel langzaam en geleidelijk weer uit te ademen. De inademing daarentegen moet juist heel snel gebeuren. Dit is des te belangrijker, omdat het tempo van praten tegenwoordig hoog is, vergelijk het maar eens met geluidsopnames van vijftig jaar terug. Zeer waarschijnlijk heeft de tempo heel vroeger nog lager gelegen.

De kunst van het snel en diep ademhalen wordt dus vaak onvoldoende beheerst. In plaats daarvan neemt men zijn toevlucht tot snel en hoog inademen, om dan weer ratelend verder te praten.

 

9) Spanning en ontspanning

Een verandering van adem werkt niet alleen op onze lichamelijke gezondheid door maar beïnvloedt ook onze geest. Zoals een gespannen adem een gespannen levenshouding weergeeft, zo goed werkt een verruimde adem door op de geest. Lichaam en geest vormen één geheel en de spil daarvan is de adem.

Bij sommige mensen is de spanning echter zo groot dat ze deze gespannenheid nauwelijks los kunnen laten. Hiervoor is het nodig speciale ontspanningsoefeningen te doen.

 

Enkele bekende ontspanningsmethodes zijn:

Autogene training van de Duitse neuroloog prof. J.H. Schultz. Men leert het hele lichaam te ontspannen en ook de geest tot rust en ontspanning te brengen.

Eutonie, een Deens ontspanningssysteem van Gerda Alexander. Bijzonder goed om alle delen van het lichaam te leren voelen.

Awareness through movement, Amerikaans systeem van Moshe Feldenkrais. Hier leert men ontspanning en beweging te koppelen.

 

Wat ik uit dit boekje samenvat, is dat een goede ademhaling begint bij de middenrif heen en weer te bewegen bij de in- en uitademing. Daar meer gewaarzijn hebben. De hele dag door je ademhaling correct doen is moeilijk te realiseren. Wel kun je meerdere keren per dag bewust je ademhaling nemen en voelen en je middenrif mee laten doen. Ik merk dat mijn ademhaling rustiger wordt en dieper als ik het met aandacht doe. Dit brengt ook mijn zenuwstelsel tot rust. Dus het geeft ontspanning. Door mijzelf een goede ademhaling aan te leren, gaat mijn lichaam het steeds makkelijker vanzelf doen. Of de weg ernaartoe is makkelijker te hervinden.

 

(Dit is een samenvatting van het boek: Ademtherapie, in tien stappen naar gezondheid, geschreven door Henriëtte De Vrieze – Bloemsma, Uitgeverij Ankh-Hermes, 1993.)

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.